Hobo, Oboe
Foto/Photo: Koen Broos
— English version —
Als pas afgestuurde bij Jan De Maeyer, Maurice Bourgue en Thomas Indermühle, werd Nielandt docent hobo aan het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen en een jaar later solo-hoboïst van het toenmalige Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Hij was meerdere jaren docent aan het Tilburgs Conservatorium in Nederland en geeft geregeld masterclasses in zowat heel Europa.
Luk Nielandt was laureaat van de Tenuto wedstrijd en ontving de Annie Rutzky-prijs. In 2001 werd hij aangesteld als solo-hoboïst van de Koninklijke Muntschouwburg/Nationale Opera te Brussel door A. Pappano na jarenlang solo-hoboïst geweest te zijn van het K.F.O van Vlaanderen en Het Filharmonisch Orkest Zuid-Nederland. Hij maakte een tiental jaar deel uit van het Prometheusensemble waarmee kamermuziek gebracht werd gaande van Mozart tot talrijke hedendaagse creaties.
Meerdere cd opnames waaronder Mozart’s Gran Partita, Belgisch hedendaags werk, een Schumann Loeffler cd, etc. verschenen. In 2016 startte hij met het onderzoeksproject An Equal Music aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Dit onderzoek omvat een exploratie van schalmeien, pommers en dulcianen uit de Renaissanceperiode en hun hedendaagse equivalenten, de volledige moderne hobo- en fagotfamilie. Zijn ensemble aDoRe dat zowel renaissance consort muziek als hedendaagse creaties brengt bestaat uit collega’s, studenten en oud studenten hobo en fagot.
Hij soleerde in de meest belangrijke hoboconcerti. Bach, Mozart, Martinu, Strauss, Lutoslawski, Schnittke, etc., met dirigenten als Ono, Krenz, Shipway, Soustrot, Eötvös, Altinoglu en Joo. Hij is regelmatig te gast bij I Solisti del Vento en is lid van het Monnaie Wind Quintet. Kamermuziek brengt hij met pianisten als Boyan Vodenitcharov, Jan Michiels, Daniel Blumenthal en Frank Braley.
Sinds de oprichting van Le Concert Olympique o.l.v. Jan Caeyers maakt hij deel uit van dit ensemble waarmee concerten gebracht worden in concertzalen als de Berliner Philharmonie en het Wiener Musikverein.
After graduating under Jan De Maeyer, Maurice Bourgue, and Thomas Indermühle, Luk Nielandt became a professor of oboe at the Royal Conservatory of Antwerp and, a year later, principal oboist of the then Royal Philharmonic Orchestra of Flanders. He also taught for several years at the Tilburg Conservatory in the Netherlands and regularly gives maste
Luk Nielandt was a laureate of the Tenuto competition and received the Annie Rutzky Prize. In 2001, he was appointed principal oboist of the Royal Opera House La Monnaie/National Opera in Brussels by Antonio Pappano, after having served for many years as principal oboist of the Royal Philharmonic Orchestra of Flanders and the Philharmonic Orchestra of South Netherlands. He was a member of the Prometheus Ensemble for about ten years, performing chamber music ranging from Mozart to numerous contemporary premieres.
He has participated in multiple CD recordings, including Mozart’s Gran Partita, Belgian contemporary works, a Schumann Loeffler CD, and others. In 2016, he initiated the research project An Equal Music at the Royal Conservatory of Antwerp. This research explores shawms, dulcians, and pommers from the Renaissance period alongside their modern equivalents—the complete contemporary oboe and bassoon family. His ensemble, aDoRe, which performs both Renaissance consort music and contemporary works, is composed of colleagues, students, and former students specializing in oboe and bassoon.
As a soloist, Luk Nielandt has performed the most significant oboe concertos, including works by Bach, Mozart, Martinů, Strauss, Lutosławski, and Schnittke, with conductors such as Ono, Krenz, Shipway, Soustrot, Eötvös, Altinoglu, and Joo. He is a frequent guest with I Solisti del Vento and a member of the Monnaie Wind Quintet. His chamber music collaborations include performances with pianists Boyan Vodenitcharov, Jan Michiels, Daniel Blumenthal, and Frank Braley.
Since the founding of Le Concert Olympique under Jan Caeyers, he has been part of this ensemble, performing in prestigious concert halls such as the Berliner Philharmonie and the Wiener Musikverein.